We zijn op een groot landelijk notariskantoor. Karin komt de kapsalon binnen. Ze kijkt onderzoekend om zich heen. Ze is een vrouw van rond de vijftig.
M: Wat is het probleem?
K: Mijn probleem van vandaag is of ik wel of niet naar een bepaald congres moet gaan.
M: Maar dat is toch niet je échte probleem?
A: [streng] We komen hier niet voor kleine probleempjes.
K: [twijfelt en schiet direct vol] Mijn moeder is net overleden. Een maand geleden.
M: Dat is verdrietig, daar mag je best even om huilen.
K: [kijkt op] Nou ja, ik heb eigenlijk nog helemaal niet echt gehuild.
A: [vrolijk] Nou, dan gaan we dat nu maar even doen!
K: Ik huil eigenlijk niet zozeer om mijn moeder, maar meer om mezelf… om wat mij allemaal overkomt.
A: Dus je bent een zielepiet. En wat is je overkomen dan?
M: [guitig] Had je maar gewoon dat congres als probleem gehouden…
K: [schiet in de lach] Nou, ik ben blij dat je even hebt doorgezaagd. Dat was precies waar ik bang voor was. Misschien heb ik het daarom ook wel een beetje opgezocht.
M: Dat gebeurt hier vaker. En ook dat we even streng moeten zijn. Dat we zeggen: “Dat doen we niet. Kom maar op met het echte probleem.”
A: Dus kom maar op! Wat is jou overkomen?
K: Nou, ik heb sowieso geen goede relatie met mijn ouders.
A: Gelukkig is ze overleden, dat probleem is opgelost!
K: En er is gewoon heel veel gebeurd rondom het overlijden van mijn moeder [begint heel hard te huilen]
A & M laten haar even met rust.
A: [zacht] Je hoeft het hier niet te vertellen. Het is wel goed om het gewoon even te voelen.
K: Ja. Ik heb het al aan best veel mensen verteld, maar ik heb het inderdaad nog niet echt gevoeld, denk ik. [huilt nog wat, zucht diep] Dit lucht wel een beetje op.
A: Zo ziet het er ook uit.
M: [zacht] Even tussen jou en mij: dat congres moet je gewoon niet doen.
K: [schiet in de lach]
M: Dan hebben we dat ook alvast voor je opgelost. Normaal doen we één probleem per keer, maar voor jou maken we een uitzondering.
A: [geint] Het is toch niet het congres voor dochters die net hun moeder hebben verloren?
K: [lacht hard] Oh, dan was ik zeker gegaan. Dan was het geen moeilijke keuze geweest!
M: Maar je mag alleen komen als er ook nog van alles mis was in de relatie.
A: Geen dochters met een héle goede band met hun moeder. Die zijn niet uitgenodigd!
[Ze lachen alle drie.]
A: Hoe is het nu?
K: Ja, ik voel me wel een beetje opgelucht.
A: Kun je dit ook doen als je alleen bent, dat doorvoelen?
K: Er zit gewoon nog heel veel boosheid.
A: Kun je opschrijven waar je zo boos over bent?
K: Nee, dat denk ik niet.
M: Is er een plek waar je goed kunt voelen?
K: Ja, thuis wel.
A: Waar precies?
K: In mijn luie stoel. Ja, dat is een fijne plek.
M: Ben je daar alleen? Kun je daar echt even alleen zijn?
K: Ja, daar kan ik wel echt alleen zijn.
M: Als je daar dan zit, in die stoel, hoe lang zou je dan bezig willen zijn met dat gevoel?
K: Ik heb dat al geprobeerd, maar dan druk ik het meteen weer weg.
M: Je moet ook oefenen natuurlijk. Met hoeveel tijd zou je willen beginnen?
K: Tien minuten?
A: Wil je er echt zo bewust mee bezig zijn?
K: Weet ik niet…
A: Je kunt ook gewoon kijken hoe lang je erbij kunt blijven, bij dat gevoel. Je zit zo erg in je hoofd de hele tijd…
M: Je kunt ook een foto van Arno en mij maken en die bekijken – dan kun je meteen weer even huilen…
K: [schiet in de lach]
A: We zijn dan net een ui – je moet gelijk huilen.
M: Misschien bén jij wel een ui! Je moet door heel veel lagen heen om te voelen.
A: Wanneer ga je beginnen met pellen?
K: [zucht diep en kijkt zichzelf aan in de spiegel] Straks, als ik thuis ben.
A: Zou je het dagelijks kunnen doen?
K: Voor ik naar mijn werk ga?
M: Nou, als je zoveel moet huilen als net, is het handiger om het na je werk te doen.
K: [lacht] Ja, goed idee. Het is goed om het dagelijks te doen. Maar het zal wel moeilijk zijn.
A: We willen allemaal het liefst weglopen van een vervelend gevoel. Maar de kunst is om erbij te blijven. Ernaast te gaan zitten. Bij dat gevoel. Als je dat doet, ontstaat er langzaam ruimte.
K: Ja, het voelde net eigenlijk best fijn. Dat had ik niet zien aankomen.
Dank jullie wel!
